Hoe lang nog?

Hoe is het met uw uithoudingsvermogen? De meeste mensen zullen bij deze vraag onmiddellijk denken aan hun lichamelijke conditie.

Een jaar nadat het coronavirus ook in Nederland zijn intrede deed krijgt dit begrip een veel ruimere betekenis. Wat als je al een jaar verplicht thuiswerkt? Wat als je maandenlang online lessen moet volgen? Wat als je bedrijf al maanden verplicht gesloten is? Hoe lang hou je het dan nog uit? Tot de volgende persconferentie? De verwachting is daar vaak op gevestigd. Avondklok eraf? Over twee of drie weken?…..nee, nog een paar weken langer. In het voorjaar dan? En als die verwachting dan opnieuw niet uitkomt, creeërt dat nieuwe teleurstelling en soms ook frustratie en boosheid. Het getuigt van eerlijkheid (en niet van hopeloosheid) als we uitspreken dat wij níet weten hoe lang nog in plaats van steeds nieuwe verwachtingen te wekken. En tegelijk doen we wat onze hand vindt om te doen, ook als gemeente. 

Dillema’s

Het is zaak realistisch en eerlijk te blijven. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de huidige medische situatie nog nauwelijks verruimingen toelaat. Daarbij komt nog de vrees voor een ‘derde golf’. Tegelijk snakken velen naar meer (sociale) ruimte en (economische) mogelijkheden. Naast de medische noodsituatie zijn er sociale en economische problemen. En de afwegingen tussen gezondheid, sociaal welzijn en economie gaat voor het kabinet gepaard met grote dillema’s. Want welke risico’s nemen we als er nu flink verruimd wordt? Daarom zijn er tot nu toe maar beperkte versoepelingen en gaat dat stapje voor stapje. Juist vanwege de medische situatie waarin we verkeren is het van groot belang dat iedereen zijn verantwoordelijkheid blijft nemen en zich aan de maatregelen blijft houden. Gelukkig doen velen dat, enkele excessen daargelaten. Die worden dan ook stevig aangepakt. En het voortzetten van de maatregelen gebeurt met pijn in het hart, zoveel mag gezegd worden. 

WinkeliersPeter Verheij

‘We kijken of we volgende week weer open kunnen’. Begrijpelijk dat ook winkeliers er naar uitzien om weer meer klanten te kunnen ontvangen. En dat zij de gemeente te hulp roepen om hiervoor ruimte te krijgen. De afgelopen tijd zijn plannen gemaakt om winkels ruimer te openen binnen de gebruikelijke hygiënemaatregelen. Dat er binnen die beperkingen meer kan dan nu, daar zijn we als gemeente ook van overtuigd. Alblasserdam is immers Amsterdam niet. In alle realiteit: hier doen we ‘boodschappen’ in plaats van dat we gaan 'shoppen’. De servicegerichtheid én het verantwoordelijkhedsbesef bij onze winkeliers is groot. We dragen hen daarom een warm hart toe. Ze verdienen onze steun. Ook van u als inwoners door lokaal uw bestellingen te blijven doen. Gelukkig is er weer een beetje ruimte gekomen en dat biedt wat lucht. We zijn en blijven als gemeente voortdurend met onze ondernemers(verenigingen) in overleg wat er (nog meer) kan. Daarbij gelden vanzelfsprekend de maatregelen van het kabinet als kader. En ondertussen zetten we ons in onze netwerken in om stap voor stap meer ruimte te krijgen zodra de gezondheidssituatie die toelaat en dat binnen verantwoorde hygiënemaatregelen kan.

‘Normaal’

Wanneer wordt het weer normaal? In die vraag zit onze ‘norm’ opgesloten. In de vele gesprekken die ik afgelopen weken voerde, tekende ik ook juist daarover bemoedigende teksten op. Over de vermeende maakbaarheid vóór het coronavirus, over de ongebreidelde inzet op groei, over onze westerse welvaart, over werkelijk geluk, over wat eigenlijk ‘normaal’ is. Dankbaarheid ook voor wat nog wél kan en men soms nog wél aan ruimte heeft. Uitingen van afhankelijkheid van God. Ora et Labora, bid én werk. Niet alleen handen wassen maar ook handen vouwen. De handen naar omhoog heffen. Dat is, in alle oprechtheid, verootmoedigend en werkelijk hoopgevend.   

Peter Verheij
wethouder